Eerstelijnsverloskundige lijkt positief over NIPT als eerste screening
De eerstelijnsverloskundigen geven aan 85% van de zwangere vrouwen counseling over screening. Dit Nederlandse dwarsdoorsnede onderzoek richt zich op de kennis en attitude van eerstelijnsverloskundigen tegenover de NIPT als eerste screeningstest en hun ervaringen met informeren over de NIPT.
In 2015 werd een brief met link naar een online vragenlijst verstuurd naar eerstelijnsverloskundige praktijken die bekend waren bij de KNOV. De NIPT werd toen nog alleen als follow-up test aangeboden.
Van de 1984 eerstelijnsverloskundigen vulden 436 eerstelijnsverloskundigen de vragenlijst in (respons 22%). Van hen beantwoordt 59% zeven of acht van de acht kennisvragen correct. Er werd een significant verband gevonden tussen het kennisniveau van verloskundigen en het volgen van bijscholing en een positieve attitude tegenover de NIPT.
De meeste verloskundigen hadden een neutrale (58%) of positieve (38%) attitude tegenover de NIPT als eerste screeningstest. Meer dan 93% van de verloskundigen vond zichzelf bekwaam in het geven van counseling over NIPT als eerste screeningstest.
Tweederde (67%) van de verloskundigen gaf de voorkeur aan vervanging van de combinatietest door de NIPT als eerste screeningstest en 41% leek het waardevol om een nekplooi meting naast de NIPT aan te blijven bieden. De meerderheid (60%) verwachtte dat het counselen voor de NIPT als eenvoudiger zou zijn dan voor de combinatietest. De relatief lage respons in deze studie kan hebben geleid tot een overschatting van kennis en attitude.
De auteurs concluderen dat de kennis onder verloskundigen over testkarakteristieken en reikwijdte van NIPT als eerste screening is te verbeteren. Zij bevelen aan dat te doen in een bijscholing die verloskundigen ook training biedt in het ondersteunen van zwangere vrouwen bij het maken van een autonome en vrijwillige keuze.
Inmiddels krijgen laag risico zwangere vrouwen in het kader van de TRIDENT-2 de NIPT als eerste screeningstest aangeboden en is een start gemaakt met het bijscholen van alle counselende verloskundigen.
Midwifery 2018;56:1-8