Fertiliteitsbehandelingen leiden tot meer obstetrische complicaties
Er is steeds meer bewijs dat fertiliteitsbehandelingen (ART: ‘assisted reproductive technologies’) leiden tot meer zwangerschaps- en perinatale complicaties. Dit geldt vooral voor ‘high tech’-behandelingen met manipulatie van vrouwelijke gameten. Deze Italiaanse systematische review onderzocht nadelige maternale -, foetale – , en neonatale uitkomsten bij vrouwen met ART-zwangerschap vergeleken met natuurlijke conceptie.
Deze onderzoekers analyseren 96 geselecteerde studies (1999-2016) over verschillende ART-technieken. Er wordt ook onderscheid gemaakt voor ART-procedures zoals bijvoorbeeld pre-implantatie met verse versus bevroren embryo-transfer. Verder wordt onderscheid gemaakt tussen eenling- en meerlingzwangerschappen. De onderzoekers beoordelen met de GRADE de methodologische kwaliteit van de studies als matig tot zeer laag.
Vergeleken met natuurlijke conceptie leidt ART bij eenlingzwangerschappen tot significant hogere neonatale risico’s wegens vroege prematuriteit (<32 weken, OR: 3.27; 2.03 – 5.28), vroeggeboorte <33 weken (OR: 2.99; 1.54 – 5.80), vroeggeboorte < 37 weken (OR: 1.93; 1.36 – 2.74), laag geboortewicht (OR: 1.59; 1.20 – 2.11), NICU-opname (RR: 1.58; 1.42 – 1.77), en perinatale mortaliteit (OR: 1.87; 1.48 – 2.37).
Vergeleken met natuurlijke conceptie leidt ART bij eenlingzwangerschappen tot significant meer maternale complicaties. Dit betreft antepartum bloedingen (RR: 2.49; 2.30 – 2.69), hypertensieve aandoeningen (RR: 1.49; 1.39 – 1.59), zwangerschapsdiabetes (RR: 1.48; 1.33 – 1.66), keizersneden (RR 1.56; 1.51 – 1.60) en fluxus postpartum (RR 1.29; 1.06 – 1.57), placenta praevia (RR: 3.71; 2.67 – 5.16), en abruptio placentae (RR 1.83; 1.49 – 2.24).
Bij meerlingzwangerschappen valt op dat perinatale morbiditeit en mortaliteit na ART juist lager is dan na natuurlijke conceptie. Dit blijkt vooral te verklaren doordat er minder monochoriale tweelingen voorkomen na ART dan na natuurlijke conceptie.
De auteurs concluderen ondanks de methodologisch matige kwaliteit van de studies dat vrouwen na ‘high tech’-ART een verhoogd risico hebben op obstetrische complicaties. Dit komt door de ART-procedure en door onderliggende biologische risicofactoren bij subfertiele vrouwen. Daarom is het belangrijk om bij ART vrouwen goed te counselen te vervolgen met prenatale controles die aansluiten bij hun risicoprofiel. De onderzoekers benadrukken het belang van goede studies met de door hen behandelde uitkomstmaten.
Reproductive Biology and Endocrinology 2016