Goede resultaten integrale geboortezorg in regio Breda
Breda is een van de regio’s met een Integrale Geboortezorg Organisatie (IGO). Deze samenwerking heeft geleid tot een afname van het percentage vroeggeboorte en/of groeiachterstand en minder tweedelijns consulten.
Sinds 2012 zijn in de regio Breda stapsgewijs verschillende elementen geïmplementeerd die bijdragen aan integrale geboortezorg. In 2015 vormden verloskundigenpraktijken, ziekenhuis Amphia en kraamzorgorganisaties samen de IGO Annature. Sinds oktober 2017 werken de verloskundige professionals van Annature samen in één integraal digitaal patiëntendossier.
Draagt integrale zorg bij aan de kwaliteit en effectiviteit van de zorg?
Onderzoekers hebben met een retrospectieve cohortstudie de impact van deze integrale samenwerking geëvalueerd op de zwangerschapsuitkomsten vroeggeboorte (geboorte <37 weken) en groeivertraging (geboortegewicht <10e percentiel). Deze uitkomsten zijn samengenomen in één variabele SGA-PTB.
Ook is onderzocht of de samenwerking de zorg effectiever maakt, door een afname van tweedelijns consulten. Immers, in de IGO wordt gewerkt met shared care zorgpaden, waardoor eerstelijns verloskundigen een deel van de prenatale zorg kunnen blijven leveren bij bepaalde medische indicaties.
De evaluatie is verdeeld over de periodes vóór de introductie van het integrale zorgdossier (2015-2017) en de periode erna (2018-2020). Data van 20.818 vrouwen werden verkregen uit geanonimiseerde patiëntendossiers. De resultaten werden ook vergeleken met gegevens van vrouwen uit de landelijke PRN database.
Percentage vroeggeboorte en/of groeiachterstand nam af
Het percentage SGA-PTB nam af van 17,9% in 2015 tot 14,7% in 2020.In vergelijking met de periode 2015-2017 is het percentage SGA-PTB in 2020-2020 17% lager, rekening houdend met verschillende kenmerken van de moeder. In de periode 2015-2020 werd deze afname niet gezien in de landelijke PRN database. Een aanvullende analyse (segmented regression analysis) liet zien dat deze afname plaatsvond vóór de introductie van het gezamenlijke zorgdossier in 2017. Daarna trad geen verdere afname meer op.
Minder tweedelijns consulten
Ook het gemiddelde aantal tweedelijns prenatale zorgconsulten nam in de studieperiode af, van ruim 6 in 2015 tot 3 in 2020. Deze afname was 12,4% in de periode 2015-2017 en 15,2% in 2018-2020. De onderzoekers verklaren deze afname in tweedelijns consulten door de duidelijke taakverdelingen en samenwerkingsafspraken in de zorgpaden, het gezamenlijk dossier, en de ‘buddy consultaties’ (zes wekelijks gezamenlijke gynaecoloog-verloskundige consulten in de eerstelijns praktijk). Dit verbetert het onderlinge overleg en daarmee mogelijk ook de noodzaak voor tweedelijns consulten.
Overigens nam in de periode na introductie van het integrale zorgdossier ook het gemiddeld aantal eerstelijns consulten af, met 11,5%. Dit kon in deze evaluatie niet vergeleken worden met de periode vóór introductie van het gezamenlijk dossier.
Dit onderzoek is een mooi voorbeeld van stapsgewijze invoering van integrale zorg, en de daarmee samenhangende resultaten. Er zijn meer studies nodig om beter inzicht te krijgen in welke vormen van integrale zorg wel of niet goed werken en waarom. De VOICE studie is hier een voorbeeld van.
BMJ Open 2024;14:e069556