Hoe denken kwetsbare vrouwen over preconceptiezorg?
Er is veel aandacht voor preconceptiezorg voor kwetsbare vrouwen met een laag sociaaleconomische status (SES) en opleidingsniveau. Deze kwalitatieve studie richt zich op de beleving van deze vrouwen van hun voorbereiding op de zwangerschap en de rol die zij daarin zien voor zorgverleners.
Er namen 28 vrouwen met laag tot middelmatig opleidingsniveau deel. Vanuit de Healthy Pregnancy for All (HP4All)-studie naar preconceptiezorg waren 13 vrouwen geworven die in 2014 preconceptiezorg ontvingen en 15 vrouwen waren geworven via een recruitmentbureau.
De onderzoekers hielden semi-gestructureerde interviews over beleving en gedrag bij de voorbereiding op zwangerschap en over de behoeften aan zorg. Uit de thematische analyses komen drie thema’s naar voren: 1) manieren om zich voor te bereiden; 2) redenen om zich voor te bereiden en 3) belemmerende en bevorderende factoren. Vrouwen bereiden zich voor door gezondere leefstijl en vinden hierover zelf voldoende informatie. Zij vinden dat de verantwoordelijkheid hiervoor primair bij henzelf ligt, maar zorgverleners zouden er actief naar kunnen vragen tijdens contactmomenten. Voor de meeste vrouwen zijn problemen rond vruchtbaarheid het belangrijkste motief om aan preconceptiezorg te doen.
In de HP4All-subgroep zijn de meeste vouwen vooraf al bekend met de algemene informatie die tijdens het preconceptieconsult besproken wordt; zij voelen zich bevestigd. Voor een klein aantal bracht preconceptiezorg nieuwe informatie. Over het algemeen zijn vrouwen positief over het consult.
De onderzoekers vinden het opvallend dat de vrouwen een aantal belangrijke onderwerpen van preconceptiezorg niet bespreken, zoals chronische ziekte, medicatiegebruik, seksueel risicogedrag en geestelijke gezondheid. Hier lijkt sprake van een kennishiaat bij de vrouwen; juist deze onderwerpen kunnen bijdragen aan individuele bevordering van zwangerschapsuitkomsten. Verder onderzoek zou zich moeten richten op het verbeteren van de motivatie van vrouwen om aan preconceptiezorg deel te nemen.
Midwifery;59:62-67