Interventie tijdens de uitdrijving om mogelijk perineumschade te voorkomen
Het doel van deze prospectieve cohort studie met een experimenteel design in twee Zweedse ziekenhuizen was om een verloskundige interventie ter preventie van tweedegraads rupturen bij primipara te evalueren.
De interventie bestond uit drie aspecten: (1) spontaan persen tijdens de uitdrijving en zuchten tijdens de laatste weeën om een langzame passage na te streven, gecombineerd met (2) een baringshouding waarbij flexibiliteit in de sacro-iliacale gewricht mogelijk was (knielen, staan, all-fours, zijligging of zittend op de baarkruk) en (3) het hoofd geboren laten worden aan het einde van de wee of tussen de weeën door en de geboorte van de schouders bij de volgende wee.
De interventie werd vergeleken met standaard zorg, waarbij het management van de uitdrijving afhing van de voorkeuren van de verloskundige. De verloskundigen werden getraind in het beoordelen van de rupturen en, als zij deel wilden nemen in de interventiegroep, ook in de interventie. In het ene ziekenhuis werd de interventie tijdens de dagdienst toegepast en de standaard zorg tijdens de nachtdienst. In het andere ziekenhuis was dit andersom. Vrouwen werd gevraagd deel te nemen aan het onderzoek bij opname op de verloskamers. Zij kregen algemene informatie over de studie, maar waren geblindeerd voor de interventie.
In totaal hebben 597 primipara deelgenomen aan de studie. In de interventiegroep was het percentage tweedegraads rupturen significant lager dan in de groep die standaardzorg ontving (aOR0.53, 0.33-0.84). Beide groepen hadden een laag percentages episiotomieën (1.7 en 3.0%). Het aantal vrouwen met een 3e of 4e graad ruptuur was niet verschillend tussen de groepen (3.7 en 4.7%). Ondanks het veelvuldig gebruik van epiduraal anesthesie lukte het de verloskundigen de interventie geheel of gedeeltelijk uit te voeren. Zowel in de interventiegroep als in de groep die standaard zorg ontving was het gebruik van posities die een flexibel sacrum geven groot. 68,2% in de interventietroep, 58,3 % in de controlegroep.
De uitkomsten van deze studie moeten met voorzichtigheid worden geïnterpreteerd vanwege het design. Om causaliteit tussen deze interventie en een reductie in tweedegraads rupturen aan te tonen adviseren de onderzoekers een multicenter RCT te doen.
Birth. 2017 Mar;44(1):86-94