Onderzoekers uit het Verenigd Koninkrijk voerden deze systematische review uit vanwege de discussie over het nut van echoscopische screening op macrosomie in het derde trimester van de zwangerschap (hierna echo-screening). Zij wilden weten hoe effectief echo-screening is in het opsporen van macrosomie en in het voorspellen van complicaties.

Er werden 41 onderzoeken geïncludeerd (N= 112.034) die uitgevoerd waren in laag risico- of gemengd (laag en hoog) risico populaties. Studies waarin uitsluitend hoog risico zwangeren waren geïncludeerd, zoals zwangeren met een pre-existente diabetes, werden in deze review niet meegenomen. In de meta-analyse werd gesproken van een positieve screeningsuitslag (verdenking op een macrosoom kind) indien bij de echo-screening (1) het geboortegewicht op >4000 gram of >P90 voor de zwangerschapsduur geschat werd, en/of (2) een buikomtrek >36 cm of >P90 gemeten werd.

De echo-screening bleek meer dan de helft van de macrosome pasgeborenen te voorspellen (sensitiviteit >50%); met een positieve likelihood ratio (LR+) van 8.74 (95%CI 6.84-11.17) voor geschat geboortegewicht en een LR+ van 7.56 (95%CI 5.85-9.77) voor buikomtrek. Als voorspeller voor schouderdystocie had geschat geboortegewicht een sensitiviteit van 22% en LR+ 2.12 (95%CI 1.34-3.35). Er waren onvoldoende gegevens om andere vormen van neonatale morbiditeit te analyseren, zoals een Apgar Score ≤6 na vijf minuten, NICU opname en neonatale hypoglykemie.

De onderzoekers concluderen dat, hoewel de echo-screening een goede voorspeller is voor de geboorte van een macrosoom kind, de klinische relevantie van de screening voor de preventie van schouderdystocie beperkt is. Sterker nog, zij waarschuwen voor de nadelen van het voorspellen van macrosomie door echo-screening: het zou kunnen leiden tot onnodige interventies bij de baring en tot iatrogene schade.