Kwaliteit van verloskundige zorg zoals ervaren door niet-westerse zwangeren in de regio Nijmegen Een eerste evaluatie vanuit het consortium 'Nijmegen bevalt goed'
Binnen Nederland bestaan er grote verschillen in perinatale sterfte waarbij met name niet-westerse vrouwen in de grote steden tot de risicogroep behoren. Eerder onderzoek suggereert dat niet-westerse zwangeren de kwaliteit van zorg lager beoordelen. In de regio Nijmegen is de huidige ervaren kwaliteit van zorg voor de groep niet-westerse zwangeren onbekend. Doel van deze studie is het in kaart brengen van de huidige praktijk van zorgverlening voor niet-westerse zwangeren in de regio Nijmegen, met evaluatie van beleving en verbeterpunten, in vergelijking met een autochtone populatie.
Niet-westerse vrouwen die tijdens hun zwangerschap verloskundige zorg in de regio Nijmegen ontvingen en bevielen in de periode van 1 december 2011 tot en met 19 februari 2012, werden voor het onderzoek geselecteerd. Als controle werd voor iedere niet-westerse vrouw een autochtone zwangere geselecteerd. De vrouwen ontvingen zes tot tien weken postpartum een aangepaste versie van de door het NIVEL opgestelde vragenlijst over de kwaliteit van de zorg. Een aantal niet-westerse vrouwen werd gevraagd voor deelname aan een semigestructureerd interview.
In totaal werden 216 vragenlijsten verstuurd, waarvan uiteindelijk 107 zijn geanalyseerd (niet-westerse 39, controlegroep 68). Niet-westerse zwangeren hadden een lagere uitkomst op het thema communicatie en op ontvangen voorlichting over screening op het syndroom van Down en de 20-weken echo. Er werden 13 interviews uitgevoerd. Niet-westerse vrouwen gaven aan over het algemeen tevreden te zijn over de ontvangen verloskundige zorg. Als verbeterpunt werd het verstrekken van vertaald foldermateriaal benoemd. Luisteren naar cliënten en deskundigheid werden genoemd als pijlers voor goede verloskundige zorg.
In de regio Nijmegen beoordeelden niet-westerse zwangeren de kwaliteit van verloskundige zorg, met uitzondering van het thema communicatie, even hoog als de autochtone controlepopulatie. Door structureel aan niet-westerse zwangeren met lage Nederlandse taalvaardigheid vertaalde folders aan te bieden en aandacht te schenken aan communicatieproblemen kan de zorg voor deze specifieke groep zwangeren mogelijk verder verbeterd worden.