Naar een beter begrip van risicoselectie in de geboortezorg
Risicoselectie is een actueel onderwerp in de geboortezorg, maar niet iedereen verstaat er hetzelfde onder. Volgens sommigen is risicoselectie een bijzonder kenmerk van de Nederlandse geboortezorg. Voor anderen staat risicoselectie gelijk aan de Verloskundige Indicatielijst. Soms wordt risicoselectie gezien als voorbehouden taak van eerstelijns verloskundigen dat niet past in een model van integrale geboortezorg. Gezamenlijke taal is essentieel voor goede samenwerking.
Om de gezamenlijke taal te verbeteren, brengt de studie ‘Towards a better understanding of risk selection in maternal and newborn care: a systematic scoping review’ in kaart hoe risicoselectie in de geboortezorg wordt begrepen. In deze studie werden 210 artikelen uit 24 hoge-inkomenslanden thematisch geanalyseerd. De auteurs vonden dat risicoselectie een internationaal fenomeen is dat wordt gebruikt om de kwaliteit van zorg te verhogen, onder anderen omdat het bijdraagt aan een betere samenwerking en de juiste zorg op de juiste plek door de juiste mensen/waarde gedreven.
Risicoselectie wordt ingezet [1] in organisatie van zorg om middelen optimaal af te stemmen op zorgbehoefte (beschikbaarheid, toegankelijkheid en tijdigheid van zorg); [2] in de praktijk om risico’s te detecteren en beslissingen te nemen over de benodigde zorg; [3] als instrument om veilige zorg te waarborgen. In de organisatie van zorg, de klinische besluitvorming en het begrip van veiligheid staat centraal: [1] regulering ; [2] de zorgaanbieder; [3] het voorkomen van onderbenutting van zorg (zie figuur).
Deze nieuwe inzichten over risicoselectie kunnen helpen begrijpen waarom een aantal veranderingen waar de geboortezorg op inzet een uitdaging blijft, zoals het verbeteren van gezondheidsuitkomsten van gemarginaliseerde groepen, het verminderen van onnodige interventies en ongewenste variatie, het centraal stellen van zwangeren en het organiseren van continuïteit van zorg. Deze inzichten kan de Nederlandse geboortezorg gebruiken om de zorg te verbeteren.
PLoS ONE. 2020; 15(6):e0234254