In 2005 hebben de Verloskunde Academie
Amsterdam (VAA), de Verloskunde Academie
Groningen (VAG), de Academie voor
Verloskunde Maastricht (AVM) en de
Verloskunde Academie Rotterdam (VAR)
gezamenlijk de cursus preconceptiezorg
ontwikkeld. De cursus wordt inmiddels ruim
twee jaar met succes aangeboden.
 
De start
 
In 2004 werd tijdens het regulier overleg tussen de
opleidingen (AVM, VAA, VAG en VAR) en de KNOV voor
het eerst de vraag gesteld of de opleidingen naast een
cursus prenatale screening een cursus preconceptiezorg
konden ontwikkelen. Op dat moment lag er al een
concreet verzoek voor het ontwikkelen van de cursus
prenatale screening. De KNOV anticipeerde hiermee op de
taakuitbreiding van verloskundigen zoals ook geformuleerd
in het beroepsprofiel[1] en de ontwikkelingen in de zorg.
Deze uitdaging durfden wij wel aan en aan vullend op de
training prenatale screening startten de opleidingen met
de ontwikkeling van de cursus pre conceptiezorg.
Preconceptiezorg ligt enerzijds heel erg in het verlengde
van wat een verloskundige nu al doet bij de intake: een
anamnese afnemen, risicoselectie toepassen, voorlichting
geven. Anderzijds verschilt preconceptiezorg op aan een
aantal aspecten wezenlijk ervan. Het richt zich op een
andere doelgroep namelijk de vrouw in de vruchtbare
leeftijd. Deze vrouw is niet zwanger wat zijn invloed heeft
op het interpreteren van testuitslagen, risicoselectie en
verwijsbeleid. Vragen over fertiliteit horen bij de meest
gestelde vragen, een nieuw terrein voor de verloskundige.
Preconceptiezorg beperkt zich tot één, hooguit twee con –
sulten. Dit vergt een aangepaste aanpak voor wat betreft
begeleiding, informatie en samenwerking met andere
hulpverleners. Voorlichting over allerlei aspecten van leefstijl
met, indien nodig, het oog op gedragsverandering,
vormt een wezenlijk onderdeel van preconceptiezorg.