Sectio lijkt niet beschermend voor anale incontinentie bij eerder sfincterletsel
Internationale richtlijnen adviseren vrouwen met asymptomatisch sfincterletsel te counselen voor een sectio om de sfincterfunctie te beschermen, het ontbreekt echter aan bewijs. Deze Franse multicenter trial is opgezet om te evalueren of een sectio bij een volgende baring beschermend is tegen anale incontinentie bij deze vrouwen.
Zes Parijse ziekenhuizen onderzochten tussen 2008 en 2014 een groep van 434 vrouwen met een tweede doorgaande zwangerschap, zonder klachten van anale incontinentie, die bij hun eerste baring een derdegraads ruptuur en/of een forcepsbevalling hadden.
Bij 264 (60,8%) van de 434 vrouwen bleek bij endo-echografie in het derde trimester sprake van extern anale sfincterletsel. Van hen had 9% een derdegraads ruptuur en 91% een forceps bij de eerste baring (waarvan 71% met gaaf perineum). Daarop zijn 112 vrouwen gerandomiseerd voor een vaginale baring en 110 voor een sectio.
De sfincterfunctie werd postpartum geëvalueerd middels echografie en vragenlijsten naar anale incontinentie (Vaizey-score, waarbij ≥5 significante incontinentie indiceert), naar urine-incontinentie en seksuele functie.
Acht maanden postpartum werd er geen significant verschil gevonden in Vaizey-scores voor anale incontinentie (mediaan bij sectio: 1; interkwartielrange 0-4; mediaan bij vaginale baring: 1; interkwartielrange 0-3; P = 0.34).
Wel werd echoscopisch vaker verslechtering van de externe sfincter gezien in de vaginale groep (11% versus 2,2% in de sectiogroep, RD: -20,2; -31,7—7,6). Er werden geen verschillen gevonden in urinecontinentie, seksuele functie en peripartum maternale en neonatale morbiditeit.
De auteurs concluderen dat een sectio bij vrouwen met asymptomatische sfincterletsel in de anamnese geen significant beschermend effect heeft op klachten van anale incontinentie acht maanden postpartum. Het aanbieden van een sectio op deze indicatie wordt door hen niet ondersteund.
Het wordt in deze studie niet duidelijk hoe de lange termijneffecten zijn (bijvoorbeeld postmenopauzaal). De plaats van de forceps in de obstetrie wordt niet bediscussieerd.
BJOG 2020