VeCaS-populatie grotendeels vergelijkbaar met eerstelijnsgeboortezorg-populatie in Nederland
Onderzoek in de geboortezorg vindt vaak plaats in gemengd risico of hoog risico populaties. Dit beperkt de generaliseerbaarheid. Daarom richt VeCaS zich specifiek op de populatie in de Nederlandse eerstelijnsgeboortezorg; de laag risico populatie. In het VeCaS-databestand brengen 24 verloskundigenpraktijken in Nederland systematisch verzamelde gegevens uit medische dossiers van vrouwen en hun kinderen samen.
Deze studie onderzocht of de vrouwen in VeCaS een steekproef vormen die representatief is voor de populatie vrouwen in de Nederlandse eerstelijnsgeboortezorg. In VeCaS selecteerden de onderzoekers een laag risico vrouwen die in 2015 in waren bevallen (n=4.640) en vergeleken de populatiekenmerken en geboorte-uitkomsten van dit cohort met een vergelijkbaar gedefinieerd landelijk cohort uit Perined (n= 127.818). Daarnaast beschrijven de onderzoekers enkele geboorte-uitkomsten en leefstijlfactoren.
Verloskundigenpraktijken die bijdragen aan VeCaS zijn verspreid over Nederland, hoewel het westen ondervertegenwoordigd is. Voor populatiekenmerken is het VeCaS-cohort vergelijkbaar met het landelijke cohort in leeftijd van de moeder (gemiddeld 30,4 jaar) en pariteit (nullipara vrouwen: 47,1% versus 45,9%). Significant minder vaak hebben vrouwen in het VeCaS-cohort een niet-Nederlandse achtergrond (15,7% versus 24,4%), een hogere SES (9,9% versus 23,7%) en wonen ze in een stedelijke omgeving (4,9% versus 24,8%).
De geboorte-uitkomsten in het VeCaS cohort en in het landelijke cohort zijn vergelijkbaar. De meeste vrouwen hebben een a terme bevalling (94,9% versus 94,5% tussen 37 + 0 – 41+ 6 weken), spontane start van de bevalling (74,5% versus 75,5%) en spontane vaginale bevalling (77,4% versus 77,6%). In beide cohorten bevalt 16,9% thuis. In het VeCaS-cohort heeft 61,1% een normale BMI vóór de zwangerschap en rookt 81,0% niet tijdens de zwangerschap. Voor het landelijke cohort zijn hierover geen data.
De conclusie is dat populatie in het VeCaS-databestand grotendeels vergelijkbaar is met de populatie in de Nederlandse eerstelijnsgeboortezorg. Dat maakt het VeCaS-databestand geschikt voor onderzoek bij een gezonde zwangere populatie en waardevol voor het verbeteren van de kennis van het fysiologische verloop van zwangerschap en bevalling. Uitbreiding met verloskundigenpraktijken uit de stedelijke westelijke regio in Nederland kan de representativiteit verder verbeteren.
BMC Pregnancy Childbirth 2020;20:366