Vrouwen ervaren bij inleiding een kloof tussen behoeften en realiteit
Wereldwijd stijgt het aantal inleidingen van de baring. Daarom onderzocht deze systematische review van kwalitatieve studies hoe vrouwen een inleiding van de baring ervaren. De studiepopulaties bestonden uit vrouwen met lage en hoge risico’s die een inleiding hebben ervaren in een klinische of extramurale setting.
De selectie omvatte 11 studies tussen 2010 en 2018, vooral uit Groot-Brittannië en andere Westerse landen. De onderzoekers beoordeelden met de CASP-checklist de kwaliteit van de studies als hoog (n=5), medium (n=4) en laag (n=2).
Uit de analyse komen vier thema’s naar voren:
- De informatievoorziening en besluitvorming over een inleiding;
- het gevoel van eigenaarschap van vrouwen van het proces;
- sociale behoeften van vrouwen tijdens de inleiding;
- en het belang van de omgeving waarin de inleiding plaatsvindt (klinisch, poliklinisch of thuis).
De vrouwen ervaren bij een inleiding vaak een kloof tussen hun behoeften en de realiteit. Ze ervaren vaak ontijdige en beperkte informatievoorziening, en beperkte mogelijkheden tot gezamenlijke besluitvorming in het plannen en het proces van inleiden. Bovendien ervaren ze beperkingen in de psychosociale ondersteuning van zorgverleners en partners en in bewegingsvrijheid en privacy.
De onderzoekers concluderen dat goede en op geschikte tijdstippen gegeven informatie het gevoel van eigen effectiviteit van vrouwen kan vergroten om deel te nemen aan de besluitvorming. Dat bevordert hun gevoel van eigenaarschap over het proces en gevoel van controle over de baring. Empathische steun van zorgverleners, partners en belangrijke anderen in een comfortabele, persoonlijke en veilige omgeving moet voor alle vrouwen beschikbaar zijn.
Midwifery 2019; 69:17-28