Mentale gezondheidsproblemen, die tussen 10–20 % van de vrouwen tijdens de zwangerschap en in het eerste jaar na de geboorte treffen, zijn geassocieerd met aanzienlijke maternale, neonatale, zuigeling- en kinder-morbiditeit en mortaliteitspercentages. Engelse onderzoekers ontwikkelden een model voor een trauma-geïnformeerde benadering, om de perinatale mentale gezondheidszorg te verbeteren.

Perinataal trauma kan bijvoorbeeld optreden als extreme angst voor de bevalling, PTSS na de bevalling, of na verlieservaringen zoals doodgeboorte of zwangerschapsafbreking. De Engelse National Health Service (NHS) heeft plannen om de toegang tot evidence-based, trauma-geïnformeerde psychologische zorg voor vrouwen in de perinatale periode1 Dit is de periode van de zwangerschap tot en met het eerste jaar na de bevalling. te verbeteren. Daarom is een systematische review uitgevoerd. Op basis van een systematische literatuurstudie formuleerden onderzoekers een aantal aanbevelingen voor zo’n trauma-geïnformeerde benadering. Dit is ook leerzaam voor de Nederlandse geboortezorg en psychologische zorg in de perinatale periode.

Op zoek naar richtlijnen

In negen elektronische databases zochten de onderzoekers naar bestaande klinische richtlijnen, beleidsdocumenten en zorgstandaarden gericht op trauma’s als gevolg van zwangerschap of bevalling, met aanbevelingen voor trauma-geïnformeerde zorg. Uit 1212 titels includeerden ze uiteindelijk 11 documenten, afkomstig uit het VK, Ierland, Canada, Australia en de VS. De verschillende documenten hanteerden niet allemaal dezelfde definitie van trauma en trauma-geïnformeerde zorg. Dit geeft aan dat dit kennisgebied nog volop in ontwikkeling is.

Acht aanbevelingen vormen een model voor trauma-geïnformeerde zorg

De onderzoekers hebben de verschillende richtlijnen samengevat in acht aanbevelingen, die tezamen een model vormen om trauma-geïnformeerde geboortezorg en mentale gezondheidszorg voor (aanstaande) moeders in te richten. Deze trauma-geïnformeerde benadering is bedoeld om (her)traumatisering te voorkomen. En daarvoor moet ook tijd beschikbaar zijn; een aandachtspunt voor alle aanbevelingen in het model.

1) screening op trauma
2) toegang tot zorg
3) duidelijke en sensitieve communicatie
4) consistentie en continuïteit van zorg
5) bieden van geïndividualiseerde zorg met erkenning van diversiteit
6) samenwerking tussen vrouwen, families en diensten
7) training van zorgverleners om vaardigheden en kennis te vergroten
8) supervisie en collegiale ondersteuning voor zorgverleners

 

Het eerste aandachtspunt is dus screening: aandacht voor een mogelijk trauma. Gerichte vragen, maar ook het herkennen van signalen zoals non-verbale uitingen van de moeder, kunnen helpen om het bestaan van een trauma te herkennen. Zorgverleners moeten dit leren en hierin worden getraind. Een bijzonder laatste aandachtspunt betreft de zorgverlener zelf: ook deze kan trauma’s hebben opgelopen en verdient daarbij ondersteuning en compassie. Bijvoorbeeld in de vorm van (informele) debriefing of supervisie.

Wat betekent dit voor jou?
Dit artikel zet op een rij wat belangrijk is in het herkennen en erkennen van trauma’s in de perinatale periode. Veel is niet nieuw, maar bij elkaar geeft het een goed overzicht van aandachtspunten om (her)traumatisering te voorkomen. En daarbij is aandacht voor jou als zorgverlener ook van belang.