Wat vindt en wil de patiënt?
Elk mens, dus ook elke patiënt en elke arts, is uniek. Dat maakt zorg per definitie ingewikkeld, want er is zelden één beste oplossing voor een probleem. De beste behandeloptie volgens een arts kan in de optiek van de patiënt – die niet alleen de medische kant beschouwt – een slechte keus zijn. Freya, de vereniging voor mensen met vruchtbaarheidsproblemen, beschouwt het inzichtelijk maken van beide visies als één van haar prioriteiten. Informatievergaring via internet heeft meer openheid en bekendheid in gang gezet en nieuwe e-health-ontwikkelingen zullen nog meer helpen om deze twee werelden dichter bijeen te brengen. Een patiënt moet consequenties van medisch ingrijpen kunnen overzien en moet daarbij bewust kunnen kiezen voor kwaliteit. Artsen die kwaliteit willen leveren, ontkomen er niet aan om ook met een ‘gewone mensenblik’ te kijken naar de implicaties voor de patiënt in het dagelijks leven en op lange termijn.
Nu IVF ongeveer dertig jaar bestaat en de fertiliteitszorg op de kaart is gezet, kunnen patiënten bijna overal terecht voor (een groot deel van) deze zorg. Worden ze dan ook overal even goed geholpen? Onze conclusie moet zijn: nee, helaas niet.
Wat wil de patiënt?
Belangrijk is dat de toegang tot de juiste zorg vloeiend verloopt en er geen lange wachttijden ontstaan. De zorg in de tweede lijn dient aan te sluiten op de derdelijnszorg. Regel op z’n minst goede afstemming van onderzoeksmethoden en complete informatieoverdracht, waardoor dubbel onderzoek wordt vermeden. Dit is niet alleen een onnodige belasting van de patiënt, maar werkt ook kostenverhogend. In tijden dat fors bezuinigd moet worden is het onacceptabel dat onderzoek moet worden herhaald omdat het in de verwijzende kliniek op een andere manier is uitgevoerd.
Geef patiënten en verwijzers ook inzicht in de specialiteit per kliniek. Zeker bij verwijzing naar de derde lijn kan specifieke kennis, onderzoek of beschikbare behandeling op een bepaald gebied (bijv. POF, PCOS, endometriose, PESA) van groot belang zijn voor een adequate behandeling van de patiënt. En het meten van de patiënttevredenheid middels een gevalideerde vragenlijst hoort ons inziens bij het standaard protocol, net als openheid over de resultaten. Tot slot zijn aandacht voor psychosociale begeleiding en mogelijkheden voor digitale communicatie rechtstreeks met de zorgverlener wenselijk om de patiënt voldoende steun te bieden.
Begin 2012 introduceerde Freya de Monitor Fertiliteitszorg; een initiatief van onze vereniging om de
fertiliteitszorg inzichtelijk te maken voor de patiënt. Dit instrument, dat wij zullen doorontwikkelen, gaat steeds meer specifieke informatie bevatten waarmee de patiënt een echte keuze kan maken voor de kliniek die bij haar of hem past. Wij vinden dat patiënten vertrouwen moeten kunnen hebben in de Nederlandse fertiliteitszorg en dat zij zich niet genoodzaakt voelen om over de landsgrenzen te gaan voor passende zorg. Van belang daarbij is dat artsen daarom naast die gespecialiseerde kennis over subfertiliteit ook steeds aandacht hebben voor openheid, eerlijkheid, empathie en respect voor de keuzes van de patiënt. Deze aspecten vormen de basis voor het vertrouwen van de patiënt.