Werkgerelateerde posttraumatische stress onder gynaecologen
Uit eerder onderzoek blijken burn-out en werkgerelateerde stress regelmatig voor te komen bij gynaecologen en obstetrici. Dit Britse onderzoek exploreert de werkgerelateerde traumatische gebeurtenissen in deze beroepsgroep om de prevalentie en voorspellers van PTSS, impact op persoonlijk en professioneel functioneren en eventuele hulpvraag in kaart te brengen.
De studie is tweeledig opgezet. Als eerste werden leden van de beroepsvereniging middels een elektronische vragenlijst gevraagd naar hun functioneren op PTSS, burn-out, ervaren beperkingen, empathie en werktevredenheid. Twee additionele vragen betroffen behoefte aan en beste manier van hulpverlening bij klachten.
Vervolgens werd bij respondenten die hoog scoorden op PTSS of ervaren beperking een semi-gestructureerd diepte-interview afgenomen, zij werden vergeleken met respondenten die daarop na een traumatische werkervaring laag scoorden.
Van de 6300 benaderde gynaecologen (in opleiding) en obstetrici, vullen 1095 (18%) de vragenlijst in. Tweederde van hen rapporteert blootstelling aan traumatische gebeurtenissen. Van deze blootgestelde groep heeft 31% last van PTSS-symptomen. Risicofactoren voor PTSS zijn een andere etnische achtergrond en minder ervaren steun op de werkvloer. Klinisch significante PTSS-symptomen blijken geassocieerd met ziekteverzuim, lagere werktevredenheid en ernstiger ervaren beperkingen in zowel professioneel als persoonlijk leven.
Respondenten met PTSS-symptomen vragen vaker om aangepaste werkzaamheden of overplaatsing en overwegen vaker een carrièreswitch. In de gehele groep respondenten geeft 30% een hoge mate van emotionele uitputting aan, 28% rapporteert een mate van depersonalisatie.
Er werden 20 interviews afgenomen bij PTSS-positieve en 23 bij PTSS-negatieve respondenten. De voornaamste verschillen tussen de groepen betreffen; een positieve draai geven aan een potentieel traumatiserende gebeurtenis, zoals het incident gebruiken om anderen te trainen, steun ontvangen en tijd krijgen om te verwerken.
Van de respondenten vindt 91% dat trauma-support moet worden aangeboden. Uit de interviews blijkt dat hiervoor een cultuurverandering nodig is waarin ‘gewoon doorgaan’ niet verwacht wordt en de behoefte aan hulp genormaliseerd en routinematig aangeboden wordt.
De onderzoekers benadrukken de negatieve effecten van PTTS bij gynaecologen en obstetrici, zoals door angst ingegeven defensief en interveniërend beleid, minder sensitieve zorg en hoger ziekteverzuim. Een cultuur waarin steun vanzelfsprekend(er) is, helpt zowel het voorkomen als herstellen van PTSS na een traumatische gebeurtenis.
BJOG. 2020;127:600‐608