Zwangerschap na doorgemaakte kanker: heeft dat consequenties?
In de verloskunde wordt kanker relevanter door de steeds hogere leeftijd waarop vrouwen kinderen krijgen en de steeds betere behandeling van de ziekte. Deze Amerikaanse retrospectieve cohortstudie onderzoekt het effect van een voorgeschiedenis van kanker op perinatale uitkomsten.
De onderzoekers matchen de eerste doorgaande eenlingzwangerschap van vrouwen met kanker in de anamnese (n = 4.203) met zwangerschappen van vrouwen zonder kanker (n = 4.031349) op leeftijd, pariteit, etniciteit en opleidingsniveau. Daarnaast wordt gecorrigeerd voor roken, relationele status, inkomen en BMI. Vrouwen worden geïncludeerd wanneer zij tussen 1993 en 2012 de diagnose kanker hadden gehad. De meest voorkomende typen kanker in deze groep vrouwen zijn: melanoom (23%), schildklierkanker (23%), borstkanker (18%), Hodgkin (7%) en cervixcarcinoom (3%).
Vrouwen met borstkanker en leukemie in de anamnese hebben een grotere kans op vroeggeboorte voor 37 weken (resp. RR: 1.3; 1.1-1.6 en RR: 2.1; 1.3-3.5) en laag geboortegewicht <2500gr (resp. RR: 1.4; 1.2-1.8 en RR: 2.2; 1.2-4.1). Vrouwen met borstkanker hebben daarnaast een grotere kans op extreem laag geboortegewicht <1500gr (RR: 1.8; 1.1-2.8).
Het effect op vroeggeboorte is het sterkst voor vrouwen met cervixcarcinoom in de voorgeschiedenis (<37 weken RR: 2.8; 2.1-3.7 en <32 weken RR: 5.4; 3.1-9.6). In die groep komt ook vaker laag geboortegewicht (RR: 2.8; 2.0-4.0) en extreem laag geboortegewicht voor (RR: 4.3; 2.3-8.2). Bij Non-Hodgkin lymfoom worden vaker laag geboortegewicht (RR: 2.0; 1.1-3.5) en SGA (<P10, RR: 2.3; 1.5-3.6) gezien. De kans op intra-uteriene vruchtdood was door incomplete data niet te berekenen.
De verhoogde risico’s door kanker komen vaak voort uit chirurgische behandeling van bijvoorbeeld cervixcarcinoom en chemotherapie (waardoor de afweer vermindert). In de klinische praktijk is het belangrijk om bedacht te zijn op de risico’s van groeivertraging en vroeggeboorte. Vooral bij cervixcarcinoom in de anamnese lijken monitoring en eventuele preventieve maatregelen van belang.
International Journal of Cancer 2017; 141:2187-2196