De voedingsinname van de mens in de moderne samenleving is complex en heeft een grote invloed op de voortplanting. Onderzoek tot nu toe heeft aangetoond dat specifieke voedingstekorten vóór en tijdens de zwangerschap bij kunnen dragen aan zwangerschapscomplicaties, zoals aangeboren afwijkingen. Het doel van dit proefschrift was om de meest voorkomende voedingspatronen van vrouwen en mannen in de reproductieve leeftijd te identificeren en te onderzoeken welke invloed deze uitoefenen op de fertiliteit en zwangerschapsuitkomst. In Hoofdstuk 1 wordt het belang van de voeding rondom de bevruchting en in de eerste zwangerschapsweken beschreven. De vraagstellingen en mogelijke implicaties van de resultaten beschreven in dit proefschrift worden duidelijk toegelicht.

De vraagstellingen zijn onderzocht in verschillende studies zijn opgesplitst in twee gedeelten. In Deel I bestaat de onderzoekspopulatie uit vrouwen en hun partner die een fertiliteitbehandeling ondergaan, waarvan de voedinginname bij beiden in de periode vóór de bevruchting zijn geëvalueerd. Hun voedingspatronen zijn bestudeerd in relatie tot de kwantiteit en kwaliteit van verschillende fertiliteitsparameters, zoals de zaadkwaliteit, het aantal follikels en eicellen, de morfologie van het embryo, en de kans op zwangerschap. In Deel II worden voedingspatronen in de periode rondom de bevruchting én in de eerste weken van de zwangerschap bestudeerd. De mate van het gebruik van deze voedingspatronen van de moeder zijn vervolgens gerelateerd aan het risico op het voorkomen van aangeboren afwijkingen bij het kind. Het gaat hier om de aangeboren afwijkingen spina bifida, hartafwijkingen, en lip en/of gehemelte spleet.