In de voorbije decennia zijn vele onderzoeken verschenen over nierafwijkingen bij ongeborenen. Studies waarin langdurige vervolgonderzoek van deze kinderen worden beschreven zijn echter schaars. Hierdoor is het moeilijk om de ouders juist voor te lichten over wat er met hun kind aan de hand is en over de eventuele gevolgen met betrekking tot het verdere leven. Ook advisering omtrent de juiste behandeling na de geboorte wordt hierdoor bemoeilijkt. In het kader van dit proefschrift werden daarom de volgende studies gedaan:

  • Het vaststellen van grootte en groei van de foetale nier, het nierbekken en de bijnier in het verloop van de zwangerschap.
  • Het verzamelen van de lange termijn follow-up gegevens van een grote groep kinderen bij wie vóór de geboorte nierafwijkingen waren vastgesteld.
  • Onderzoek naar bijkomende afwijkingen bij kinderen bij wie vóór de geboorte een enkelzijdige multicysteuze nier is vastgesteld.
  • Het beantwoorden van de vraag of kinderen bij wie rond 20 weken zwangerschapsduur met echoscopie een lichte verwijding van het nierbekken (tussen de 5 en 10 mm) werd gezien, meer kans hebben op problemen aan de urinewegen op de kinderleeftijd, dan kinderen bij wie dit niet was waargenomen.
  • Het bestuderen van de relatie tussen de mate van verwijding van het nierbekken en de vulling van de foetale blaas.
Download de PDF met de volledige samenvatting (bron: www.knov.nl)Afwijkingen aan de foetale urinewegen kennen een hoge mortaliteit. Overlevende kinderen hebben echter slechts een geringe kans op blijvende schade indien de juiste diagnose in de zwangerschap wordt gesteld en indien deze kinderen na de geboorte goede urologische opvang hebben. Het is van belang dat kinderartsen en urologen bekend zijn met de adviezen die gegeven worden indien prenataal afwijkingen aan de urinewegen worden vastgesteld, omdat zij na de geboorte hieromtrent vaak geconsulteerd zullen worden.