Hormonale anticonceptiemiddelen zijn populair; de pil bijvoorbeeld wordt wereldwijd door 100 miljoen vrouwen geslikt. Maar hormonale anticonceptiva hebben bijwerkingen. Een van de belangrijkste is veneuze trombose. In de jaren negentig wees onderzoek uit dat de derde generatie anticonceptiepil -met de progestagenen desogestrel en gestodene- het risico op trombose meer dan verdubbelt. Dit risico van hormonale anticonceptiemiddelen als pil, pleister, vaginale ring of spiraal is eenvoudig in te schatten is door bepaling van het sex hormone binding globuline (SHBG) en de resistentie voor geactiveerd proteïne C (APC-resistentie), zo blijkt uit deze studie van promovendus Huib van Vliet.

Hoe hoger de APC-resistentie en het SHBG, hoe lager de antistolling. Het koperhoudend spiraal ( niet hormonaal) blijkt de APC-resistentie niet te beïnvloeden. Het hormoonhoudend spiraal (Mirena) verlaagt de APC-resistentie; vermoedelijk vormen deze middelen dan ook geen risico. Van Vliet adviseert de levonorgestrel bevattende combinatiepil (30 of 35 µg) als eerste keuze voor vrouwen die starten met de pil. Twee- en driefasen anticonceptiepillen blijken geen belangrijke voordelen te hebben. Ze werden op de markt gebracht vanwege de vermeende kwaliteit om doorbraakbloedingen en andere fysieke ongemakken te voorkomen,maar blijken dat niet beter te doen dan de klassieke eenfasepil. De hormoonpleister en vaginale anticonceptiering verdienen evenmin de voorkeur, want beiden blijken de APC-resistentie en SHBG te verhogen. Nieuwe hormonale anticonceptiva zouden voordat zij op de markt worden gebracht moeten worden getest op hun invloed op de APC-resistentie en het SHBG, adviseert Van Vliet.

Op Kennispoort Verloskunde staat de Nederlandse samenvatting, omdat bij publicatie (okt. 2010) nog niet alle onderdelen van het proefschrift zijn vrijgegeven. Alle toegankelijke teksten van dit proefschrift kunt u downloaden op de Repository van de Universiteit Leiden.