Offspring of subfertile couples: neurodevelopmental outcome at preschool age
Kinderen die geboren worden uit stellen die moeilijk zwanger kunnen worden (na > 1 jaar zwanger), hebben wat vaker lichte neurologische afwijkingen. Dat komt niet door de IVF-behandeling of ovariële hyperstimulatie (OHSS), maar door het feit dat het zo lang duurt om zwanger te worden. Dit concludeert Pamela Schendelaar op basis van gegevens uit de Groningen ART cohort studie, waarin de gezondheid en ontwikkeling werden bekeken van kinderen van ouders met vruchtbaarheidsproblemen die al dan niet werden behandeld met OHSS en/of IVF. Ze deed het onderzoek samen met Jorien Seggers, die dezelfde dag is gepromoveerd.
Schendelaar en haar collega’s onderzochten de ontwikkeling van kinderen in de voorschoolse leeftijd (vier maanden tot met vier jaar) met betrekking tot motoriek, mentale functies en gedrag. De promovenda bestudeerde onder andere de effecten van hormoongebruik en de laboratoriumprocedures, inherent aan de IVF-behandeling, op de neurologische ontwikkeling van het kind.
Een aantal factoren blijkt volgens Schendelaar en haar collega’s geen invloed te hebben op de gezondheid van de kinderen. Zo zijn kinderen die na IVF geboren zijn neurologisch gezien net zo gezond als hun leeftijdgenootjes op twee- en vierjarige leeftijd. Het is al langer bekend dat ernstige subfertiliteit wordt geassocieerd met een hogere leeftijd en hoger opleidingsniveau. Net als het gegeven dat kinderen die geboren worden na IVF, wat meer kleine afwijkingen hebben. Ze hebben een lager geboortegewicht en wat meer kans op lichte hersenbeschadiging.
De meest volledige versie van het proefschrift kan hier worden gedownload.
“