Sexual behaviour and HPV in young women
Wie na de mediahype rond de HPV-vaccinatie (humaan papillomavirus) behoefte heeft aan meer achtergronden en nuancering, komt dit proefschrift als geroepen. Het onderzoek van Charlotte Lenselink is om te beginnen bedoeld als 0-meting voor toekomstig onderzoek naar de effecten van de HPV-vaccinaties in Nederland. Daartoe verrichtte ze onderzoek onder 2065 vrouwen van 18 tot en met 29 jaar.
Lenselink constateert dat de HPV-prevalentie onder deze groep vrouwen 18,9% bedraagt, waarvan 11,8% een verhoogd risico heeft op baarmoederhalskanker later in het leven, de zogeheten hr-HPV-prevalentie. Een besmetting met HPV 16 of HPV 18 komt voor bij respectievelijk 2,8 % en 1,4 % van deze categorie vrouwen. Bij slechts 3 vrouwen (0,1%) werden beide types tegelijkertijd aangetroffen. Tot aan de leeftijd van 22 jaar nam de aanwezigheid van het virus aantoonbaar toe, vanaf deze leeftijd bleef het percentage constant. Hoe meer seksuele partners een vrouw heeft, hoe groter haar kans op een HPV-infectie. Uit vervolgonderzoek bleek dat de HPV-infectie bij een deel van de vrouwen vanzelf was overgegaan , maar ook, dat vervolgens een besmetting met een ander of hetzelfde HPV-type kan optreden.
Vrouwen die momenteel tussen de achttien en dertig jaar oud zijn, vallen buiten het vaccinatieprogramma en komen ook niet in aanmerking voor een uitstrijkje, het screeningsprogramma op baarmoederhalskanker. Vooral voor deze leeftijdsgroep heeft Lenselink een model ontwikkeld, waarmee een goede inschatting te maken is van de kans dat iemand nog niet met HPV 16 of 18 besmet is. In dat geval is vaccinatie nog zinvol. Het model is gebaseerd op leeftijd, aantal en geslacht van seksuele partners, condoomgebruik en coïtusfrequentie. Op basis van de uitkomst van dit model kan een vrouw informatie krijgen over haar individuele risico en zelf bepalen of een vaccinatie nog nut kan hebben.