The role of clients, midwives and health policy in preventing infectious diseases during pregnancy.
Voorlichting van verloskundigen aan zwangeren gericht op het voorkomen van infecties is op dit moment maar voor een deel effectief. Zwangere vrouwen vermijden wel risicogedrag om toxoplasmose en listeriose te voorkomen, maar dit geldt niet voor cytomegalovirus. Ook schiet de risicoselectie om zwangere vrouwen met een chlamydia-infectie op te sporen vaak tekort. Dit concludeert onderzoeker Monique Pereboom in haar onderzoek waarop zij 26 september promoveert. Dit is het eerste proefschrift afkomstig uit de jonge onderzoeksgroep Midwifery Science van VUmc.
Infectieziekten tijdens de zwangerschap kunnen leiden tot slechtere zwangerschapsuitkomsten of neonatale ziekte. Aanpassingen in het gedrag en de levensstijl van de zwangere kunnen deze infecties voorkomen. Het is van belang dat verloskundigen zwangere vrouwen testen (of doorverwijzen) met een verhoogd risico op Chlamydia trachomatis-infecties.
Monique Pereboom deed onderzoek naar het gedrag van zwangere vrouwen om infecties mettoxoplasmose, listeriose en cytomegalovirus te voorkomen. Ook keek zij naar de voorlichting die verloskundigen geven over deze infectieziekten. Verder keek zij naar hoe goed verloskundigen de screening op risicofactoren voor chlamydia uitvoeren.
Rauwmelkse kaas
Pereboom concludeert dat verloskundigen veelal onvoldoende informatie geven over methoden om deze infectieziekten te voorkomen. De preventiemethoden die de verloskundigen het minst noemen, worden het minst vaak door zwangere vrouwen opgevolgd. Denk daarbij aan adviezen om infectie met het cytomegalovirus te voorkomen (geen bestek delen met peuters die naar een kinderdagverblijf gaan). Veel adviezen worden wel opgevolgd door zwangere vrouwen, zoals die voor het voorkomen van toxoplasmose en listeriose, zonder dat de verloskundigen de ziektes bij naam noemen. Denk daarbij aan het advies geen kattenbak te verschonen (kans op toxoplasmose) en geen rauwmelkse kaas te eten (kans op listeriose).
Niet-stigmatiserend
De risicoselectie van zwangere vrouwen met een verhoogd risico op een chlamydia-infectie kan effectiever. Verloskundigen laten zwangere vrouwen voor chlamydia met name testen op basis van symptomen van de infectie, in plaats van te kijken naar risicofactoren die door de Gezondheidsraad zijn vastgesteld. Vrouwen die een verhoogd risico hebben zijn: jonge vrouwen, jonge vrouwen van Surinaamse of Antilliaanse afkomst, partners van chlamydia-positieve personen, bezoekers van SOA-poli’s, moeders van pasgeborenen met een chlamydia-conjunctivitis of -pneumonitis, en personen bij wie de seksuele anamnese daar aanleiding toe geeft.
Tot slot onderzocht Monique Perenboom ook hoe betrokkenen dachten over een chlamydiascreening. Het bleek dat de meeste verloskundigen, alsook zwangeren en hun partners positief tegenover chlamydiascreening staan. Bovendien vinden zwangeren en hun partners het testen op chlamydia in de zwangerschap niet stigmatiserend. Daarmee lijkt er weinig aanleiding voor verloskundigen om terughoudend te zijn in het advies een chlamydiascreening te doen.
bron: VUmc
Hiernaast kunt u de Nederlandse samenvatting downloaden.
De rest van het proefschrift, voor zover al beschikbaar, kunt u vinden op de DARE-site.
“